
(Leucorrhinia rubicunda) noordse witsnuitlibel Spanwijdte vleugels 55-65 mm, april-juni -Kenmerken- Achterlijf van het mannetje (058 5 g) is bezet met bruinrode vlekken, de voorrandader van de vleugelmis geheel geelbruin. Pterostigma roodachtig. -Voorkomen- Noordelijke soort. Hoogvenen en vennen, soms in het laagveen. In Nederland vrij algemeen, ma...
Gevonden op
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=insecten&id=236&menuentr

(Leucorrhinia rubicunda) noordse witsnuitlibel Spanwijdte vleugels 55-65 mm, april-juni -Kenmerken- Achterlijf van het mannetje (058 5 g) is bezet met bruinrode vlekken, de voorrandader van de vleugelmis geheel geelbruin. Pterostigma roodachtig. -Voorkomen- Noordelijke soort. Hoogvenen en vennen, soms in het laagveen. In Nederland vrij algemeen, ma...
Gevonden op
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=insecten&id=236&menuentr

(Leucorrhinia rubicunda) Leucorrhinia rubicunda (Linnaeus, 1758) Noordse witsnuitlibel -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Lrubicul.tif)] (naar Aguesse, 1968; Heidemann & Seidenbusch, 1993; Er. Schmidt, 1936c) Sterk gelijkend op L. dubia. Lengte 17-21 mm. -Kop:- [(fig. Leuc.tif), algemene kopvorm]. Prementum met 14 + 14 of 15 + 15 setae,...
Gevonden op
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=libellen&id=82&menuentry

(Leucorrhinia rubicunda) Leucorrhinia rubicunda (Linnaeus, 1758) Noordse witsnuitlibel -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Lrubicul.tif)] (naar Aguesse, 1968; Heidemann & Seidenbusch, 1993; Er. Schmidt, 1936c) Sterk gelijkend op L. dubia. Lengte 17-21 mm. -Kop:- [(fig. Leuc.tif), algemene kopvorm]. Prementum met 14 + 14 of 15 + 15 setae,...
Gevonden op
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=libellen&id=82&menuentry
Geen exacte overeenkomst gevonden.